Gelegen in de prachtige bossen van Eelde, vlakbij het vliegveld, ligt Kliniek Vossenloo: een verslavingskliniek voor jongeren en volwassenen. Werken bij de kliniek omschrijven werknemers als “een warm bad”. Dat betekent natuurlijk niet dat het als een kuuroord is. Sterker nog: cliënten en medewerkers werken hier dag in, dag uit, aan het herstel van jongeren met een (vrij heftige) verslaving. Een sociotherapeut en een gz-psycholoog vertellen hoe het voor hen is om in de kliniek te werken.
Tijdens zijn studie werd Nathian Wiersma geïnspireerd om met jongeren te werken door het NPO-programma Dream School, waarin probleemjongeren worden uitgedaagd om aan zichzelf te werken. Hij kreeg toen de indruk dat jongeren, meer dan volwassenen, makkelijker positief gedrag aanleren. Inmiddels is hij sociotherapeut/agoog op de jeugdafdeling van Vossenloo en hij zit helemaal op zijn plek. “Bij onze cliënten kun je geen muur optrekken en dat geldt voor hen net zo. Als je oprechte interesse toont, krijg je vaak mooie en eerlijke antwoorden. Ze hebben vaak een interessante kijk op de wereld, maar doen zichzelf tekort.”
Wat deze plek leuk maakt voor Nathian om te werken is de dynamiek met de cliënten. “De jongeren houden je de hele dag bezig en dit vraagt om constante betrokkenheid. Ze zitten nooit stil en zijn vaak wel in voor een grapje en een lolletje. Je moet energiek zijn voor dit werk, stabiel, en sterk in je schoenen staan. Zij hebben geen blad voor de mond en vragen hetzelfde van hun begeleiders en behandelaars. Ik kan hier helemaal mezelf zijn en ik hoef niet een zakelijk masker op te trekken. Daar trappen ze niet in. Voor mij is dat ontzettend fijn.”
Gz-psycholoog Francine Roorda is ook helemaal thuis bij Kliniek Vossenloo. Ze geeft een verscheidenheid aan therapieën, waaronder schematherapie, EMDR en (groeps-)CGT. Ook wordt er in de kliniek systeemtherapie gegeven. Francine doet zowel individuele behandelingen als groeps-CGT gericht op middelengebruik. Ze werkt daarnaast met de jongeren aan slaaphygiëne, zelfbeeld, conflicthantering en angst. Ze werkt in een multidisciplinair team, wat ervoor zorgt dat er vanuit verschillende perspectieven naar een situatie wordt gekeken.
Francine: “Mensen met een milde verslaving komen niet terecht in de kliniek, zij worden poliklinisch behandeld. Je krijgt daarom vaak te maken met comorbiditeit. Verslavingen komen eigenlijk nooit alleen, maar gepaard met een trauma of een persoonlijkheidsstoornis, bijvoorbeeld. Dat maakt deze doelgroep uitdagend, maar ook interessant. Je krijgt veel vrijheid om tot creatieve oplossingen te komen. Soms moet je ook speels zijn om verder te komen met de jongeren. Eén ding is zeker: je weet nooit hoe je dag verloopt!”
Nathian is het daar helemaal mee eens. “Geen dag is hetzelfde, ondanks een vast programma voor de cliënten. Om 8 uur ontbijt ik met de groep. Rond 10 uur ruimen de jongeren hun kamer op en die controleer ik, gevolgd door een koffiemoment. Dan beginnen de eerste modules. Dit kan alles zijn van PMT/beeldende therapie tot CGT, tot terugvalpreventie tot conflicthantering of systeemtherapie. Vaak zit er een sportief element in, zoals volleybal in de sporthal, mountainbiken of hardlopen. Als sociotherapeut ben je niet gebonden aan een therapieruimte. Je kan naar buiten met de cliënten voor toch dat informele stukje contact. Na de lunch volgen ze een tweede module en rond kwart over drie doe ik de overdracht en de rapportage. Na het koffiemoment in de middag hebben ze vrije tijd. Na het avondeten kijken we een film, doen we spelletjes of doen we een complimentenronde. De sociotherapeuten hebben gemiddeld twee mentorjongeren en werken door de dag met hen aan individuele doelen. Als je bepaald gedrag ziet in de groep of tijdens een module, dan kun je dat dan bespreken.”
Gezonde werksfeer en hechte band met collega’s
Francine: “We zijn met het team net een grote familie. Als ik privé ergens mee zit, dan kan ik dat prima delen. Je collega’s letten dan even meer op je en kunnen je begrenzen. Je functie maakt bij ons niet uit, we werken niet hiërarchisch. We zijn ook allemaal vertrouwd met elkaar en kunnen daarnaast goed ouwehoeren. Ja, we hebben echt een gezonde werksfeer.”
Die gezonde werksfeer zie je terug in het feit dat veel stagiaires “blijven plakken” en vaak een groot deel van hun loopbaan bij VNN blijven. Nathian: “Je bouwt echt een band op, zowel met de collega’s als de cliënten. Mensen zijn wat excentrieker dan gemiddeld en hebben allemaal een open blik naar de wereld. Ons team is qua leeftijd ook mooi in balans. Wat wel grappig is, ik ben jong en cliënten trekken dan sneller naar mij toe om een lolletje te trappen, bijvoorbeeld. Voor andere behoeften weten ze andere collega’s te vinden.”
Mooiste en moeilijkste momenten
Voor beiden is het soms lastig om op te treden als politieagent. Dat hoort wel bij het werk. “Jongeren kunnen weleens liegen of zich misdragen en daar moet je ze op aanspreken.” Ook is het soms lastig om afscheid te nemen van de cliënten. Nathian: “De klinische periode is kort en intensief, het is echt een snelkookpan. Je leert elkaar enorm goed kennen binnen een korte tijd, maar neemt ook vrij snel weer afscheid. Dit is soms lastig, maar ook mooi als oud-cliënten terugkomen en hun succesverhaal delen. Zo kwam er laatst een jongen op bezoek die vader is geworden. Dat maakt me dan echt trots.”
Francine is het daarmee eens: “Het officiële afscheid, een ceremonie, dat we aan het einde van een klinische periode organiseren, is altijd prachtig. Het zijn jongeren die vaak zelf van te voren nooit hadden gedacht dat ze daar zouden staan. Ze hebben zoveel geleerd en hun eigen mooie eigenschappen en kwaliteiten leren herkennen. Dat is uiteindelijk waarvoor we het allemaal doen."