Verpleegkundige Sjoukje Hamstra maakt deel uit van een pilot waarbij VNN patiënten van Medisch Centrum Leeuwarden helpt met het stoppen met roken. Sommige patiënten moeten namelijk vanuit dringende medische noodzaak stoppen, maar het lukt hen niet zelf.
Samen met collega’s van afdeling Voorlichting & Preventie, Polikliniek Leeuwarden en verslavingsartsen van VNN biedt Sjoukje deze patiënten specialistische verslavingszorg.
Deze manier van samenwerken met ziekenhuizen is onderdeel van een groter experiment dat bij meerdere ziekenhuizen onderzoekt of specialistische verslavingszorg een plek kan krijgen in de tweedelijnszorg.
Groepsproces
Sjoukje: We hebben een eigen plek binnen het MCL waar we groepsbijeenkomsten houden. Het groepsproces is een belangrijk onderdeel van onze aanpak. Onze ervaring bij VNN is dat dit een manier is die goede resultaten oplevert. Ook bij andere verslavingen. De kracht hiervan is dat deelnemers elkaar begrijpen. Ze spreken dezelfde taal als het ware. Ze vinden in elkaar een maatje, krijgen erkenning en ze delen tips met elkaar. Het kan voorkomen dat deelnemen aan een groep niet bij iemand past. In dat geval krijgt diegene persoonlijke begeleiding op maat.
Expertise toevoegen
‘’Wij als coach/begeleiders geven structuur aan de bijeenkomsten. We benaderen dat gedeeltelijk vanuit het perspectief van cognitieve gedragstherapie, CGT. Dat is een belangrijk element in verschillende vormen van verslavingszorg binnen VNN. De lessen die we uit die ervaring hebben getrokken passen we ook hier toe. Verder sluiten er regelmatig collega’s aan bij de groep om hun expertise toe te voegen. Bijvoorbeeld een verslavingsarts die inzicht kan geven in verslaving in het brein, of een collega die juist is gespecialiseerd is in verslavingsgedrag.’’
De cirkel weer rond
‘’We werken ook met een blaastest die meet hoe het staat met de longcapaciteit van deelnemers. In feite kan je zo op korte termijn zien wat het fysieke effect is van het stoppen. Vanuit die gedachte gaan we ook vaker de longarts uitnodigen in de groep, om het juist over deze positieve effecten te hebben. Zo blijft het niet bij verwijzen, maar is de cirkel weer rond als het ware.’’
Meerdere afdelingen
‘’Doordat we in het MCL zelf deze groepen draaien lukt het om een goed contact te houden met de longartsen die naar ons verwijzen. We zien elkaar op de gang en kunnen gemakkelijk met elkaar schakelen. Dat leidt weer tot verwijzingen. Dit effect straalt ook af op andere afdelingen binnen het MCL, zoals oncologie en cardiologie. Hun patiënten zijn ook ontzettend gebaat bij hulp bij het stoppen met roken. Deze artsen zien het succes van de pilot van dichtbij en geven vervolgens zelf aan dat zij ook graag willen verwijzen.’’
Indruk gemaakt
‘’De afgelopen periode binnen deze pilot heeft indruk op me gemaakt. Je denkt het al te weten, maar toch sta ik soms versteld van hoe zwaar een nicotineverslaving kan zijn. Niet alleen wat het moeilijk maakt voor mensen om te stoppen, maar ook de gevolgen van het roken. Die gaan soms nog verder dan je zou denken. De medische impact is groot, maar ook financieel en sociaal kunnen mensen veel last ervaren. Bijvoorbeeld schaamte over het feit dat ze ondanks hun medische problemen toch roken. Ook vanuit hun omgeving kan er flinke veroordeling komen. Dat kan ervoor zorgen dat mensen in isolatie terecht komen. Het loslaten van het roken kan gepaard gaan met een enorme angst, waar mensen dan in hun eentje mee om moeten gaan.’’
Niet oordelen
‘’De deelnemers geven elkaar binnen de groep veel feedback, maar ook aan ons als begeleiders. Zo geven ze aan dat ze het erg waarderen dat we niet oordelen. Als iemand toch een keer heeft gerookt, komt er geen paniek en ook geen wijzend vingertje. ‘Hopelijk was het sigaretje lekker, want anders is het ook maar zonde.’ Net als bij andere verslavingen speelt stigma hier een grote rol. Het gevoel dat men op hen neerkijkt en oordeelt kan mensen echt in een greep houden. Als hulpverlener moet je daarom echt náást iemand staan, niet boven hen. Bij verslavingszorg voor andere verslavingen is dat voor ons een basisprincipe. Het valt op dat dit ook nu weer wordt genoemd als een grote succesfactor binnen de pilot.’’
Succesvol
‘’Ik word zelf heel blij van deze pilot. Natuurlijk omdat ik zie dat de aanpak werkt en omdat ik er zelf nog steeds van leer. Maar we doen dit om te kijken of we specialistische verslavingszorg écht een plek kunnen geven in de tweedelijnszorg .Ook op grote schaal dus. Daarom word ik zo blij als ik zie hoe artsen van andere afdelingen binnen het MCL zelf op ons af komen en aangeven aan te willen sluiten. Om te groeien moet het niet alleen werken, het moet ook gezien worden en leiden tot actie. En dat gebeurt al.’’
Opvolging met andere behandelingen
‘’Het kan zijn dat mensen na deelname aan de pilot toch nog andere hulp nodig hebben. Soms komen onderliggende factoren en problemen in zicht die passen bij andere specialistische behandelingen binnen VNN. In zo’n geval kunnen de coaches/begeleiders van de pilot dat signaleren, bespreken met de deelnemer en zorgen voor een verwijzing.