Mieneke van der Laan begon bij VNN als stagiaire. Zestien jaar later werkt ze er nog steeds, maar inmiddels is ze manager van de locatie Hoogeveen. Deze locatie bestaat uit de teams FACT/methadon, Jeugd en de polikliniek volwassenen. Hoe heeft ze haar weg gevonden langs haar verschillende functies? Wat maakte dat zij die sprongen waagde en wat is voor haar de kern van haar huidige werk als manager?
Stoute schoenen
‘’Ik ben alweer 16 jaar in dienst bij VNN. Dat is lang, maar ik vind dat juist mooi. Het zegt iets over mij natuurlijk, maar ook over de organisatie. Ik ben begonnen als Stagiaire Maatschappelijk Werk op de polikliniek in Emmen. CAD Drenthe heette het toen nog. Het was vlak voor de tijd dat de organisaties uit de 3 provincies zich samenvoegden tot 1 VNN. Ik deed intakes, sprak cliënten en ik doorliep met hen de hulpverleningstrajecten. Kort na mijn stage van 1 jaar kon ik weer aan de slag op dezelfde locatie, maar dan in een ‘echte baan’ als maatschappelijk werker. Ik moest mijn scriptie eigenlijk nog inleveren, maar ik zag die vacature en ik trok de stoute schoenen aan. Na een jaar in Emmen vond ik een gelijke functie op de polikliniek in Hoogeveen. Daar ben ik nooit meer weggegaan.
Ik heb eerst 2 jaar op de polikliniek gewerkt, maar toen kwam ‘sociale verslavingszorg’ steeds meer op. Dat hield in dat we de mensen meer wilden gaan bereiken vanuit bemoeizorg. Daar werden nieuwe teams voor gevormd en de vraag luidde: wie zou dit willen? Het was precies iets voor mij, want ik had altijd al meer met de cliënten waar het juist moeilijker mee ging. Hoe ingewikkelder hun situatie, hoe fijner het was om hen te kunnen helpen. Ik gaf me op, en zo ben ik begonnen met wat we nu FACT noemen: Flexible Assertive Community Treatment. Het draait om contact maken en houden met mensen die heel moeilijk in zorg te krijgen zijn, maar die de zorg juist hard nodig hebben. Dat werk heb ik 10 jaar lang gedaan, met heel veel plezier.’’
Talent en vertrouwen
‘’Ik had op den duur goede gesprekken met mijn manager over wat ik wilde en wat mijn ambities waren op werkgebied. Net rond die tijd kondigde zij aan dat ze in aanloop van haar pensioen minder ging werken en dat er dus een vacature vrij zou komen voor manager in Hoogeveen. Deels door de bijzondere vacaturetekst durfde ik het erop te wagen. Er lag namelijk geen nadruk op de ervaring en kwalificaties die je moest hebben, maar juist op je talent. VNN faciliteerde bovendien een bijbehorende opleiding en er was nadrukkelijk ruimte om jezelf te ontwikkelen en je de functie eigen te maken. Ik hakte de knoop door en ik ging ervoor.
In januari 2018 startte ik met de functie van manager en pas in september van dat jaar startte ik met de opleiding Management in Zorg en Welzijn. Ik moest het eerst dus vooral hebben van gevoel, intuïtie en mijn algemene ervaring in het werkveld. Gelukkig was mijn oude manager nog niet helemaal gestopt met werken. Op de achtergrond was zij beschikbaar om me in het hele traject te coachen. Met die basis dacht ik: ik probeer het gewoon!
Waar ik in die tijd heel blij van werd, is dat er in me werd geloofd. Ik kreeg het vertrouwen en de kans om me te ontwikkelen, ondanks dat de rol nog nieuw voor me was. Ik wist al wél zeker dat ik graag wilde bijdragen. Ik wilde zorgen dat mensen hun werk goed konden doen en dat het veilig voor hen was. Inmiddels kan ik alweer terugkijken op 4 heel fijne jaren als teammanager.’’
Drie verschillende teams
‘’Ik geef leiding aan de polikliniek, Team Jeugd en FACT/methadon. Dat zijn heel verschillende teams die verschillende dingen van me vragen. De polikliniek volwassenen is bijvoorbeeld heel gestructureerd. Er komen over het algemeen mensen met een hele duidelijke hulpvraag. Ze willen hun verslaving of gebruik stoppen of minderen en krijgen daarvoor verschillende soorten hulp. Bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of systeemtherapie. Het team bestaat uit verschillende disciplines, denk aan: verpleegkundigen, een klinisch psycholoog, psychotherapeut, systeemtherapeut, of verpleegkundig specialist somatiek. Ik ben voor hen vooral faciliterend. Als het moeilijk gaat, ben ik altijd beschikbaar voor een gesprek, maar in principe loopt het.
Team Jeugd biedt hulp aan jeugd tot en met drieëntwintig jaar oud. De aanmeldingen zijn wisselend van aard, soms is er een eigen hulpvraag en soms een hulpvraag van de omgeving van de jongere. Bijvoorbeeld dat school of ouders aan de bel trekken in verband met spijbelen of veranderd gedrag. Het is kenmerkend dat er vaak externe partijen betrokken zijn binnen een casus, die elk hun rol hebben. Het vraagt veel inzicht van het team om in zo’n puzzel de juiste benadering te vinden voor elk van die partijen. Onze outreachend jongerenwerkers gaan bijvoorbeeld af op hanggroepen op straat om contact te maken, of ze gaan met scholen in gesprek. Ook nemen we deel aan samenwerkingsverbanden, denk hierbij aan FACT Jeugd, samen met o.a. Accare en Ambiq. Als er een hulpvraag is, kunnen we onder andere Multidimensional Family Therapy (MDFT) bieden. Daarbij wordt het hele gezin behandeld. De financiële kant van deze zorg kan door alle leeftijden, regels en financiële regelingen erg lastig zijn. Als teammanager kan ik het team op dat vlak ondersteunen met advies, of ik kan nét de juiste connectie aanspreken waardoor er een deur opent.
Het werk van het FACT/methadon team is uniek. Het is complex, soms heftig en geen dag is hetzelfde. Daar ligt ook nog steeds een beetje mijn hart, daar kan ik eerlijk over zijn. Ik heb het immers jarenlang gedaan. Ook in mijn rol als manager daagt het me uit. De lastige casussen vragen soms van mijn collega’s om een beetje in een ‘cowboy’ rol te stappen. Er moet beweging in de situatie komen en dat vraagt om creatieve oplossingen. Die creativiteit mag niet teveel ten koste gaan van de goede werkafspraken die we samen hebben. Daarom moet ik dat soms wat begrenzen. Ik houd het overzicht en ik moet daarbij ook denken om de impact die het werk heeft op mijn collega’s zelf. Bijvoorbeeld als ze te maken krijgen met agressie of als ze een overleden cliënt aantreffen.’’
Uitdaging en succes
‘’Niet alles gaat me even makkelijk af. Ik hoef bijvoorbeeld nooit zo nodig op de voorgrond te staan, ik ben geen haantje de voorste. Maar dat hoort misschien wel een beetje bij de rol van manager. Dat is soms een flinke uitdaging voor mij. Maar toch doe ik het op mijn eigen manier. Ik zie mezelf als onderdeel van het team. Natuurlijk wel met een eigen rol en positie, maar ik hoef niet per sé altijd de baas te zijn. En die manier van leidinggeven werkt óók goed. Niet alleen voor mezelf, maar ook collega’s geven aan dat ze mijn benadering waarderen. Ik ben nog steeds dezelfde Mieneke van tien jaar terug, die zich graag af en toe bemoeit met een moeilijke casus, of mee gaat op huisbezoek als een collega uitvalt.
Uiteindelijk werken we samen aan één doel: het leveren van goede zorg aan onze cliënten. In mijn optiek is dat geslaagd als de cliënt tevreden is. Dat kan namelijk ontzettend verschillen per persoon. Voor een FACT cliënt kan het een wereld van verschil maken als iemand even op de koffie komt en vraagt hoe het gaat. Maar voor iemand op de polikliniek kan het draaien om het behalen van een doel, bijvoorbeeld het stoppen of minderen met drinken.
Voor mij persoonlijk, als manager, is er nog een andere definitie van succes. Dat is als we hier met elkaar een veilige, leuke plek hebben waar we goed werk kunnen leveren voor onze cliënten. En dat ik daar aan kan bijdragen door iedereen zo goed mogelijk te ondersteunen en in hun kracht te zetten.’’