Studenten van de minor Verslavingskunde aan de NHL Stenden krijgen les van ervaren professionals uit de verslavingszorg. Ze leren écht contact maken en om verder te kijken dan stigma's. Dat leren ze niet alleen in colleges, maar ook op straat.
Professionele visie
De verslavingszorg is een dynamisch werkveld. Nieuwe onderzoeken, ervaringen en inzichten zorgen voor een visie op verslaving die zich blijft ontwikkelen. Het onderwijs moet zich daardoor ook blijven ontwikkelen om goed te blijven aansluiten op die visie. Vanuit die behoefte is de minor Verslavingszorg van de NHL Stenden drie jaar geleden gestart. Het is ontwikkeld op initiatief van het Lectoraat Zorg en innovatie in de Psychiatrie in samenwerking met VNN, GGZ Friesland, Wender en Verslavingskunde Nederland. Marcel Kik is coördinator van de minor. Hij heeft onder andere een achtergrond als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige
Marcel: ‘’Verslaving is meer dan alleen heftige voorbeelden zoals de zwaar verslaafde persoon die bedelt op straat. Verslaving is vaak dichterbij dan je denkt en bovendien weten we dat psychische klachten en verslaving in verband met elkaar staan. Uit onderzoek van van Boekel blijkt dat het vaak voorkomt dat hulpverleners negatieve attitudes hebben ten opzichte van patiënten met een verslaving. Dat staat een optimale hulpverlening in de weg.
De minor is onder andere toegespitst op deze inzichten. De betrokken organisaties leveren verschillende soorten professionals die gastlessen verzorgen. We kijken dan ook met een multidisciplinaire blik naar verslaving en de minor is open voor meerdere opleidingen die ook maar iets te maken kunnen krijgen met verslaving. Bijvoorbeeld een opleiding HRM of HBO Rechten. Het doel is dat studenten een professionele visie op verslaving ontwikkelen en dat vervolgens kunnen vertalen naar hun beroep.’’
Contact maken
Yvonne Veenstra is gastdocente en verzorgt het blok Motiverende Gesprekvoering als onderdeel van de minor. Ze is Verpleegkundig Specialist GGZ bij de kliniek Bolsterburen van VNN. Daarvoor werkte ze vele jaren bij het FACT in Leeuwarden, waar ze ervaring met straatwerk en bemoeizorg heeft opgedaan.
Yvonne: ‘’De eerste bijeenkomst gaat over hoe je kijkt naar verslaving en naar contact maken. Ik geef voorbeelden uit mijn eigen werkervaring en ik stel vragen. Maar ik sluit ook aan op de verschillende beroepen waar deze studenten kunnen belanden. Bijvoorbeeld een verpleegkundige op de spoedeisende hulp. Dan vraag ik wat ze zouden doen als mijn cliënt straks bij hen komt met bijvoorbeeld een overdosis GHB. Wordt diegene dan gezien als junk, of als mens?
Andersom zetten de studenten mij ook weer op scherp. Net als cliënten dat in de praktijk doen. Studenten krijgen de ruimte om hun eigen ideeën te delen en te bespreken’’
Marcel: ‘’Waar we de meeste aandacht aan besteden in de minor is het herkennen en daarmee voorkomen van (zelf)stigma. Stigmatiserende ideeën hebben enorm veel impact op iemand met verslavingsproblematiek. In veel gevallen ga je het zelf geloven en ga je er zelfs naar handelen. Zoals het idee dat je er toch niet meer kan stoppen met gebruiken, of dat je toch geen baan meer krijgt, dat het allemaal geen zin heeft. Maar ook de vooroordelen of regels vanuit de maatschappij hebben verregaande invloed op de doelgroep.’’
De straat op
De studenten krijgen onder andere les van professionals van VNN en de andere betrokken organisaties. Zij streven er naar hun praktijkervaring over te brengen in de lessen. Dat maakt zoveel indruk dat studenten op een gegeven moment zelf het initiatief namen om contact te maken met de doelgroep in de praktijk.
Yvonne: ‘’Er wordt wel eens gezegd: walk a mile in their shoes. Je moet de straat of de kliniek hebben gezien en gevoeld, anders weet je niet wat verslaving is. Ik bedacht me dat het goed zou zijn om ook met de studenten de straat op te gaan. Ik zette hen in de schoenen van iemand die net uit de gevangenis komt, geen woning heeft, geen postadres of wat dan ook. Waar moet je dan heen? Het werd een fietsdag langs verschillende locaties waar de doelgroep tijd door brengt, begeleid en behandeld wordt. Die praktische benadering sloeg enorm aan bij de studenten. Ze kwamen vervolgens zelf met het initiatief om eten te gaan koken voor de mensen bij dagopvanglocaties die ze hadden bezocht. Ze hebben alles zelf geregeld en uitgevoerd. Zo hebben ze honderd mensen getrakteerd op gratis hutspot en worst. Ik ben zo trots op deze jonge mensen.’’
Toekomstige collega’s
De minor krijgt steeds meer aanmeldingen en is op dit moment open voor acht verschillende opleidingen, zowel binnen als buiten de zorg. Steeds meer derdejaars studenten die een ‘minor naar keuze’ uit kunnen zoeken, komen zo in aanraking met verslavingszorg als werkveld.
Marcel: ’’Er zijn na afloop altijd studenten die zeggen dat ze verslavingszorg echt een gaaf werkveld vinden. Zelfs als ze als eerste keus bijvoorbeeld liever naar Bali waren gegaan voor hun minor. Ze worden geraakt. Verslavingszorg is bij veel jonge mensen helaas niet echt op de radar. We moeten ze daarom enthousiast krijgen en de kans geven om te zien hoe mooi het vak is. Deze minor helpt daar enorm bij.’’
Yvonne: ’’Soms zie ik jonge mensen die al zo gepassioneerd zijn dat ik echt onder de indruk ben. Wat zou jij een goede collega kunnen worden, denk ik dan. Ik zie deze minor dan ook als een kweekvijver voor VNN. Het is niet mijn eerste doel, maar stel je voor dat ik een student kan inspireren om in ons werkveld stage te gaan lopen of te komen werken, dan is dat toch tof? Dan heb ik het goed gedaan. Het is ook belangrijk om een goede zienswijze mee te geven aan eventuele toekomstige collega’s. Het is mooi om te zien hoe dat op deze minor gebeurt.’’