Ik had een vrouwelijke patiënt in mijn praktijk met een moeilijke thuissituatie. Mantelzorger voor haar eigen vader, zelf alleenstaande moeder met puberende kinderen, een drukke baan in het onderwijs. De vrouw sliep slecht en had stressgerelateerde klachten. Toen ze een keer liet vallen dat ze elke avond 2 tot 3 wijntjes drinkt haakte ik daar op in. Daar wilde ze eerst niks van weten. “Het is mijn moment van de dag… die paar wijntjes ‘s avonds”, zei ze stellig.
Toen ze bleef teruggekomen met allerlei klachten besloot ik toch weer eens over haar alcoholgebruik te beginnen. Ik legde haar uit dat je met alcohol onrustiger slaapt en dat alcohol ook een rol speelde bij haar verhoogde bloeddruk. Haar eerste reactie was dat de alcohol niet het probleem was maar juist alles er om heen. De zorg voor haar vader, haar drukke baan… Toch gaf ik haar als advies om te minderen of beter… om even helemaal niet te drinken. En dan te kijken wat dat deed met haar slaappatroon en andere klachten.
De volgende keer dat ik haar zag zei ze dat ze wel had geprobeerd om te minderen met drinken maar dat dat niet was gelukt! Integendeel, ze had zich behoorlijk laten gaan.
Toch was ze niet direct enthousiast toen ik voorstelde om haar door te verwijzen naar VNN. “Ik ben toch niet verslaafd?” En: “Daar heb ik helemaal geen tijd voor. Wanneer moet ik daar heen dan?”. Het kostte me redelijk veel moeite om te zorgen dat ze hulp zou aanvaarden.
Uiteindelijk besloot ze toch naar VNN te gaan. Wat hielp is dat ze bij een gezondheidscentrum bij haar in de buurt terecht kon (waar één dag per week een GZ-psycholoog van VNN werkzaam is). Ik heb haar doorverwezen (naar de BasisGGz) en binnen twee weken was de intake. Ze kreeg cognitieve gedragstherapie. Een verslavingsarts heeft haar ook nog een keer onderzocht. Dat heeft mij ontlast.
Makkelijk vond ze de behandeling niet. Ze begon in te zien dat het drinken onschuldig was begonnen maar inmiddels een blok aan haar been was. Dat was confronterend. En dat ingeslopen ritueel van die paar wijntjes ’s avonds. Ze vond het moeilijk om daar afscheid van te nemen. Treffend vond ze dat haar hulpverlener had gezegd: “Dan creëren we hier, tijdens de gesprekken bij VNN een momentje voor jezelf. Hier draait het om jou”.
In de behandeling is ze gaan inzien waarom het drinken uit de hand is gelopen. En hoe ze op andere manieren ontspanning kan vinden. Ook leerde ze herkennen wanneer ze zin heeft in alcohol en wat ze op die momenten kan doen. Afleiding zoeken bijvoorbeeld. Eigenlijk een vrij praktische insteek.
Na 12 gesprekken kreeg ik een brief van VNN met een terugkoppeling over de behandeling. Ze is nog een aantal keer bij me geweest. Ik was eerlijk gezegd wel verbaasd over wat er in 12 gesprekken bij iemand los kan worden gemaakt. Natuurlijk had ze nog wel een paar keer een terugval gehad. Maar de knop is echt om. Ze is zich bewust van dat drinken niet goed voor haar is en drinkt nog maar af en toe. Niet al haar klachten zijn verdwenen maar het gaat aanzienlijk beter.
Voortaan zal ik dan ook niet schromen om weer iemand door te verwijzen. Zeker niet nu ik heb gezien dat er ook in 12 gesprekken al veel bereikt kan worden. Daarbij vind ik het eigenlijk niet zo interessant of iemand ‘verslaafd’ is of niet. Als mijn patiënten te afhankelijk zijn van alcohol gun ik ze dat ze hier bewuster mee leren omgaan.