Simon Venema is coördinator van de afdeling onderzoek van VNN en verbonden aan het Lectoraat Verslavingskunde en Forensische Zorg van de Hanzehogeschool Groningen. Recent heeft hij zijn promotieonderzoek over het samenspel tussen vaderschap, gezinsrelaties en detentie afgerond. Alleen de verdediging rest nog in januari 2024. De resultaten van zijn onderzoek blijken nu al toepasbaar in de praktijk. Niet alleen in de wereld van detentie, maar ook die van de verslavingszorg. Wat verklaart deze overlap en hoe zien de toepassingen er uit?
Van onderzoek naar beleid en praktijk
De afdeling onderzoek bestaat uit drie verschillende onderzoekslijnen.
De eerste onderzoekslijn, Omgevingsondersteunendezorg, richt zich op de naasten van de persoon met verslavingsproblematiek, de rol die zij spelen in het herstel en de uitdagingen die zij zelf ervaren.
In de tweede onderzoekslijn, Leefstijl en verslavingsproblematiek, wordt gekeken naar de rol van leefstijl in het herstel van verslavingsproblematiek.
In de derde onderzoekslijn, Inhoud en effectiviteit van zorg, wordt onder andere verkend hoe data uit elektronische patiëntendossiers kan worden ingezet voor het verbeteren van zorg. Ook andere vraagstukken rondom herstel en nazorg staan daar centraal.
Simon: “De onderzoeken binnen de onderzoekslijnen hebben allemaal een gemeenschappelijke insteek: ze dragen bij aan het optimaliseren van de kwaliteit van zorg en ondersteuning vanuit VNN. Dat begint bij een praktijkgerichte onderzoeksvraag. Bijvoorbeeld een vraag als wat voor herstelproces naasten zelf doormaken als iemand in hun omgeving kampt met verslavingsproblemen. Deze focus op de praktijk is belangrijk, omdat onderzoeken anders snel in de lade kunnen verdwijnen. Dat vind ik zonde, want daarvoor doe je geen onderzoek.”
Gezin, detentie en verslaving
Hoewel het promotieonderzoek van Simon zich richt op detentie en niet op verslaving, heeft het toch zijn weg gevonden naar toepassingen binnen de verslavingszorg. “Er zit overlap in de thema’s, wat maakt dat de resultaten uit het onderzoek leerzaam zijn voor de verslavingszorg. Niet omdat mensen met een verslaving nou per se de wet zouden overtreden, want dat is niet het geval. Tegelijkertijd is verslavingsproblematiek wel veelvoorkomend onder de detentiepopulatie. De detentie van een ouder heeft een grote impact op het gezin, net als de verslavingsproblematiek van een ouder. In beide gevallen ondervinden kinderen en andere gezinsleden veelal negatieve gevolgen, en zijn er gevoelens van verdriet, boosheid, schaamte en stigma.”
“Het proces van de detentie dient, net als bijvoorbeeld een klinische opname, zo goed mogelijk te verlopen, zodat het ook goed blijft gaan met de persoon wanneer hij of zij weer thuis komt. En in beide gevallen is het essentieel om te kijken naar de gezinssituatie vóór, tijdens en na het traject. Net als bij delictgedrag kan ouderschap een belangrijke bron van motivatie zijn om te stoppen met middelengebruik en te werken aan herstel. Dit biedt een belangrijk aanknopingspunt voor behandelaren.”
Praktische toepassingen bij De Ekenwaard
Het onderzoek heeft deze kwesties onder meer verkend in de penitentiaire inrichting Veenhuizen. Hier werd de zogeheten Gezinsbenadering ontwikkeld en geïmplementeerd; een programma om gezinnen waarbij de vader in detentie verblijft, te ondersteunen. Uit de onderzoeksresultaten kwam de positieve impact van deze aanpak voor zowel vaders in detentie als hun gezinsleden duidelijk naar voren. Dit programma bracht belangrijke lessen voor de verslavingszorg.
“Het balletje begint nu langzaam te rollen. Bij de forensische behandelkliniek De Ekenwaard in Beilen worden de inzichten en interventies uit Veenhuizen en uit het onderzoek nu geïmplementeerd in de praktijk. Het is belangrijk om oog te hebben voor de gezinssituatie voor, tijdens en na een detentie, of in dit geval een opname. Er zijn verschillende praktische manieren om dat te doen. Je kunt een vaderschapsplan maken, of gesprekken voeren over vaderschap of ouderschap. Je kunt activiteiten organiseren voor ouders en kinderen, en zorgen dat er een kindvriendelijke bezoekersomgeving is. Dit is ook bij detentie nog niet gebruikelijk om te doen, maar het is duidelijk dat het enorm helpend is voor zowel de ouders als hun gezinsleden.”
“Voor cliënten van VNN is het niet altijd makkelijk om over ouderschap te spreken; het is een gevoelig onderwerp. Er is vaak sprake van schaamte, maar ook angst om voogdij te verliezen als er een focus komt op de gezinssituatie. Voor behandelaren is het ook uitdagend omdat ze de goede behandelrelatie willen behouden.”
Structureel en VNN-breed
Naast deze toepassing in De Ekenwaard, ziet Simon ook mogelijkheden voor een meer overkoepelende toepassing van zijn onderzoeksresultaten binnen VNN.
“Twee kanten vielen op binnen het onderzoek. Aan de ene kant is er de winst die te behalen valt wanneer je oog hebt voor de impact van detentie op vaderschap en andersom. Aan de andere kant is het duidelijk dat het enorm kan verschillen wát die impact is. Dat hangt namelijk sterk af van de situatie vóór de detentie. De situatie voor detentie is van grote invloed op of de detentie een zware last wordt voor een gezin, of dat de detentie eventueel verlichting in een gezin biedt. Ook bij een hersteltraject of opname kan het enorm verschillen wat daarvan de impact is op iemand naasten of gezin.''
''Dit betekent dat het ontzettend waardevol is om goed in beeld te krijgen wat er bij een cliënt speelt op het gebied van ouderschap en gezinssituatie. En dit geldt niet alleen voor klinische behandelingen, maar juist ook VNN-breed. Daarom doen we in de komende tijd onderzoek naar wat de wensen en behoeften zijn vanuit verschillende perspectieven, en bekijken we hoe we dit structureel kunnen borgen in onze processen. Zo willen we met onderzoek onze focus op het betrekken en ondersteunen van naasten verder kunnen verstevigen en verdiepen.”